-
1 Tony is een afkorting van Anthony
Tony is een afkorting van AnthonyVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > Tony is een afkorting van Anthony
-
2 afkorting
♦voorbeelden: -
3 algemeen directeur van een bedrijf
algemeen directeur van een bedrijfprésident-directeur général (< afkorting> P.-D.G.) d'une entrepriseDeens-Russisch woordenboek > algemeen directeur van een bedrijf
-
4 short
adj. kort; laag; zonder, niet genoeg; -loos; klein; geconcentreerd; minder--------adv. opeens; weldra; in het kort; op de rand van; spoedig--------n. kort; te kort; kortaangebonden, kortaf; driftig; klein; bros; puur, niet met water aangemengd; beknopt (leerboeken); krap, karig, te weinig; plotseling; eenvoudiger manier; filmpje (slang)--------v. verkorten, kortsluitng (elekriciteit)short1[ sjo:t]♦voorbeelden:II 〈 meervoud〉————————short2〈bijvoeglijk naamwoord; shortness〉1 kort ⇒ klein, beknopt3 te kort ⇒ onvoldoende, karig, krap♦voorbeelden:short haul • transport over korte afstandshort story • kort verhaalshort view • kortzichtigheidtake the short view of something • iets op korte termijn ziennothing short of • niets minder dan, in één woordsomething short of • weinig minder dan, bijnalittle short of • weinig minder dan, bijnashort for • een afkorting vanin short • in het kort(at) short notice • (op) korte termijnin the short run/term • op korte termijnshort time • korte(re) werktijdshort change • te weinig wisselgeldshort measure • krappe maat, mancoshort memory • slecht geheugenshort of money • krap bij kasbe on short rations • (te) krap gerantsoeneerd zijnin short supply • schaars, beperkt leverbaarshort weight • ondergewichtshort by ten • tien te kort/te weinig/verwijderd vantwo short of fifty • op twee na vijftig(be) short of/on • te kort (hebben) aanshort temper • drift(igheid)short waist • verhoogde taille————————short3〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 four inches short • vier inches te kort/te weinigcome/fall short • tekortschietengo short (of) • gebrek hebben (aan)run short • bijna op zijnrun short of (something) • bijna zonder (iets) zitten2 bring/pull up short • plotseling stoppen/tegenhoudenstop short • plotseling ophoudennothing short of • slechts, alleen maar; niets minder danshort of • behalve, zonder→ long long/ -
5 short for
-
6 P2P
afkorting van de uitdrukking die de gebruikers direct in staat stelt bestanden uit te wisselen zonder gebruik te maken van een server of een database; toestaan van het uitvoeren van betaling door iemand aan een ander voor een aankoop online gemaakt (een openbare verkoop bv.)--------P2P (Peer to Peer; Person to Person)--------strategie die een bedrijf volgt om inkomen te produceren; bedrijf dat begint en aan het begin geld verliest (Slang)P2P (Path to Profitability) -
7 spel
♦voorbeelden:gevaarlijk spel spelen • jouer un jeu dangereuxgewaagd, grof, hoog spel spelen • jouer gros jeuzijn verbeelding vrij spel laten • donner libre cours à son imaginationiemand vrij spel laten • laisser le champ libre à qn.vrij spel hebben • avoir les mains libreshet spel heeft nu wel lang genoeg geduurd • le manège a assez durédit paneel heeft te veel spel • ce panneau a trop de jeuhij maakt van alles een spel • il prend tout à la légère〈 figuurlijk〉 een spel met iemand spelen • se payer la tête de qn.een fraai uitgevoerd spel • un jeu joliment faitiets op het spel zetten • mettre qc. en jeu 〈 ook figuurlijk〉〈 spreekwoord〉 ongelukkig in het spel, gelukkig in de liefde • malheureux au jeu, heureux en amoureen mooi spel hebben • avoir un beau jeude Olympische Spelen • les Jeux olympiques (< afkorting> J.O.)het spel gewonnen geven • abandonner la partiehet spel winnen • gagner la partieeen spel van drie uur • une partie de trois heures¶ een spel van kat en muis spelen • jouer avec qn. comme un chat avec une sourisbuiten spel blijven • rester sur la touchein het spel zijn • être en jeuer is een vergissing in het spel • il y a (un) malentendualles op het spel zetten • risquer le tout pour le toutuw toekomst staat op het spel • il y va de votre avenir -
8 nummer
♦voorbeelden:een nummer draaien • composer un numéroin deze maatschappij is ieder mens een nummer • dans cette société l'individu n'est qu'un numéroiets van een nummer voorzien • numéroter qc.de winnende nummers • les numéros gagnantsschrijven onder nummer x • écrire sous la référence xnummer één van de klas zijn • être le premier, la première de (la) classeik woon op nummer twaalf • j'habite au douzeiemand op zijn nummer zetten • remettre qn. à sa place -
9 APEX
n. top, toppunt, climax; hoogste punt; diepst gelegen gedeelte van een wortel van een tand, laatste gedeelte van een wortel (tandheelkunde)[ eepeks] 〈 afkorting〉1 [Advance Purchase Excursion]2 〈 Brits-Engels〉 [Association of Professional, Executive, Clerical and Computer Staff] -
10 graad
♦voorbeelden:in de hoogste graad • au dernier degréverwantschap in de tweede graad • parenté du second degréeen vergelijking van de derde graad • une équation du troisième degréhij heeft 41 graden koorts • il a 41 de fièvreeen hoek van 45 graden • un angle de 45 degrésdertig graden boven nul • plus trente (degrés)het is tien graden onder nul • il fait moins dix (degrés) -
11 figuur
♦voorbeelden:een lomp figuur slaan • marquer d'aisanceeen pover figuur slaan • faire piètre figureeen slecht figuur slaan • faire mauvaise figureeen zielig figuur • un pauvre typezijn figuur redden • sauver la facemet zijn figuur geen raad weten • ne pas savoir comment se tenirde figuren op het behang • le(s) motif(s) du papier peint〈 pejoratief〉 wat is dat voor een figuur? • qu'est-ce que c'est que ce zèbre-là?een goed figuur hebben • être bien faiteen jurk die het figuur goed laat uitkomen • une robe qui dessine bien les formes -
12 veelvoud
♦voorbeelden:een veelvoud van 30 • un multiple de 30dat kost een veelvoud van het oorspronkelijke bedrag • cela coûte beaucoup plus cher que prévu -
13 adres
2 [opschrift op enveloppe] address4 [computer] address♦voorbeelden:1 weet je een goed adres voor fotoartikelen? • do you know a good place for photographic materials?〈 figuurlijk〉 je bent bij hem/mij aan het verkeerde adres • you've got the wrong man/person; 〈met ‘mij’ ook〉 you've come to the wrong place -
14 lb.
-
15 B.A.
B.A., eerstegraads universitaire bevoegdheid; bevoegdheid gegeven door een college of universiteit aan iemand die een studie van vier jaar in humane vakken heeft afgelegd; iemand met een eerstegraadsbevoegdheid in humane wetenschappenb.a. (bachelor of arts)B.A.〈 afkorting〉1 [Bachelor of Arts]2 [British Airways] -
16 heiligheid
♦voorbeelden:de heiligheid van het huwelijk • le caractère sacral du mariageZijne Heiligheid • Sa Sainteté (< afkorting> S.S.) -
17 PIA
n. PIA (afkorting van een Israelische Trustmaatschappij) -
18 K
-
19 C-section
afkorting voor keizersnede, chirurgische verwijdering van een foetus uit de baarmoeder van een vrouw (als natuurlijke bevalling onmogelijk is) -
20 EBCDIC
een standaard verzameling van tekencodes, vergelijkbaar met ASCII, gebruikt op grote computers1 [Extended Binary Coded Decimal Interchange Code]
Страницы